Sigma Personeelsdiensten
Vragen?

Met welke praktische zaken heb je bij ouderschapsverlof te maken?

Met welke praktische zaken heb je bij ouderschapsverlof te maken

Als een werknemer verzoekt om ouderschapsverlof op te nemen heeft dit praktische gevolgen. Een werknemer moet worden vervangen en werkzaamheden moeten worden (her)verdeeld. Voor de andere werknemers betekent dit over het algemeen extra werkdruk en aangepaste roosters. Het uitgangspunt is dat je een rechtsgeldig verzoek van een werknemer om ouderschapsverlof op te nemen altijd moet accepteren. In dit artikel lees je waar je bij ouderschapsverlof rekening mee moet houden.

In de praktijk zijn veel werknemers best bereid zijn om mee te denken over een praktische manier van invulling van het verlof. Niet alleen voor henzelf, maar ook voor hun werkzaamheden, voor de collega’s en voor de werkgever. Als de verlofregeling werkbaar is, dan is dat voor iedereen het prettigst.

Wie heeft recht op ouderschapsverlof?

Werknemers, zowel mannen als vrouwen, met kinderen onder de 8 jaar hebben recht op ouderschapsverlof. De regeling geldt voor eigen kinderen. Maar ook voor adoptiekinderen, pleegkinderen en stiefkinderen kan ouderschapsverlof worden opgenomen. In dat geval geldt wel als voorwaarde dat het kind of de kinderen bij de werknemer inwonen.

Wanneer heb je recht op ouderschapsverlof?

Een werknemer kan meteen na zijn indiensttreding ouderschapsverlof aanvragen.

Hoelang heb je recht op ouderschapsverlof?

  • Ouders hebben recht op 26 keer de omvang van één werkweek voor elk kind onder de 8 jaar.
  • De uren voor het verlof worden berekend op basis van het aantal uren dat in de arbeidsovereenkomst staat.
  • De werknemer mag zelf bepalen hoe hij het ouderschapsverlof op wil nemen.
  • De werkgever kan, na overleg met de werknemer, de gewenste wijze van invulling van het verlof op grond van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen tot 4 weken voor de ingangsdatum van het verlof wijzigen. Van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen is niet snel sprake.
  • Als een werknemer werkzaam is bij verschillende werkgevers, dan heeft hij bij al die werkgevers recht op ouderschapsverlof. Het ouderschapsverlof hoeft niet gelijktijdig opgenomen te worden.
Verlofregelingen 2022

Hoe vraag je ouderschapsverlof aan?

Twee maanden voor de ingangsdatum van het ouderschapsverlof moet de werknemer schriftelijk laten weten dat en hoe hij ouderschapsverlof wil opnemen. In dit verzoek moet de werknemer ook aangeven om welke periode het gaat en hoe hij het verlof wil spreiden over de week. De werkgever mag (alleen) de voorgestelde spreiding weigeren, maar dan moet hij daarvoor wel zwaarwegende bedrijfsbelangen hebben.
Als de werkgever bezwaar heeft tegen de door de werknemer voorgestelde regeling, dan zal hij dat uiterlijk vier weken voor de door de werknemer verzochte ingangsdatum aan de werknemer moeten laten weten. Het is raadzaam om dit in verband met de bewijslast schriftelijk te doen.

Als werknemer en werkgever het eens zijn over het opnemen, de periode en over de spreiding van het ouderschapsverlof, dan is het verstandig om de gemaakte afspraken voor beide partijen duidelijk vast te leggen.

Verlof weigeren

Het opnemen van ouderschapsverlof is een wettelijk recht van de werknemer en kan je daarom in principe niet weigeren. Je kunt alleen en pas na overleg met de werknemer de gewenste spreiding van het verlof op grond van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang wijzigen. Dat kan tot vier weken voor het tijdstip van ingang van het verlof.

Algemene (niet onderbouwde) bezwaren als  ‘de kosten zijn te hoog want we moeten een extra parttimer inschakelen’, ‘het past niet in ons bedrijfsbeleid’, ‘het is roostertechnisch lastig in te passen’, ‘vervanging is moeilijk te regelen’ of ‘de organisatie is er niet geschikt voor’ zijn over het algemeen géén zwaarwegende bedrijfsbelangen. Ook het argument dat andere werknemers ook ouderschapsverlof zullen willen opnemen, is geen valide argument om de voorgestelde regeling te weigeren. Dat geldt ook voor argumenten dat de functie alleen fulltime kan worden uitgevoerd, overdrachtsproblemen, verlies van specifieke kennis, grote toename van overleguren, hogere werkdruk en administratieachterstanden.

De bezwaren kunnen alleen dan zwaarwegend zijn als zij specifiek en concreet voor die situatie gelden.

Onderbreken van het ouderschapsverlof

Door zwangerschaps-, bevallings- of adoptieverlof
Als een werknemer het ouderschapsverlof wil onderbreken of toch niet wil opnemen vanwege zwangerschaps-, bevallings- of adoptieverlof, dan moet je daar als werkgever mee instemmen. De werkgever hoeft dan wel pas vier weken nadat de werknemer heeft verzocht om het verlof te onderbreken (of niet op te nemen) aan het verzoek te voldoen.

Onvoorziene omstandigheden
Als een werknemer verzoekt om het verlof niet op te nemen of niet voort te zetten vanwege onvoorziene omstandigheden, dan moet de werkgever daarmee in principe ook instemmen. Maar als hij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang heeft dat zich tegen instemming verzet, dan hoeft hij niet in te stemmen. Ook hiervoor geldt dat de werkgever pas vier weken na indiening aan het verzoek hoeft te voldoen.

Verlof wordt opgeschort
Als het ouderschapsverlof wordt onderbroken (of toch niet wordt opgenomen), dan wordt het recht op (het restant van het) verlof opgeschort.

Ziek
Als een werknemer ziek wordt tijdens het ouderschapsverlof, dan eindigt het ouderschapsverlof niet. De werkgever hoeft in dat geval alleen die uren door te betalen die hij normaal gesproken zou hebben doorbetaald, dus niet de uren waarvoor het ouderschapsverlof is opgenomen.

Ziek na bevallingsverlof
Als een werkneemster aansluitend aan haar bevallingsverlof ziek wordt, terwijl zij eigenlijk na haar bevallingsverlof ouderschapsverlof had opgenomen, dan kan zij op grond van onvoorziene omstandigheden een verzoek indienen om het verlof niet op te nemen of niet voort te zetten. Als werkgever zal je dat verzoek moeten inwilligen en wordt het recht op verlof opgeschort.

Werkloos
Als de werknemer werkloos wordt tijdens het ouderschapsverlof, dan stopt het ouderschapsverlof onmiddellijk. De werknemer heeft recht op een volledige WW-uitkering, uiteraard mits hij aan alle voorwaarden voldoet. Hij moet dan dus ook wel voor de volledige arbeidsduur beschikbaar zijn voor werk.
Het ouderschapsverlof heeft geen invloed op de opbouw van de WW-duur; het ouderschapsverlof telt bij de beoordeling van een uitkeringsaanvraag gewoon als werktijd.

Arbeidsvoorwaarden

Loon
Ouderschapsverlof is normaal gesproken onbetaald. In een cao kan soms een regeling zijn opgenomen waarbij een werknemer recht op (gedeeltelijke) doorbetaling tijdens ouderschapsverlof heeft. Ook kunnen partijen onderling afspraken maken over (gedeeltelijke) loonbetaling of kan een afwijkende regeling in een arbeidsovereenkomst of arbeidsvoorwaardenreglement zijn opgenomen. Doordat een werknemer met ouderschapsverlof minder verdient, kan het recht op kinderopvang-, zorg- en huurtoeslag wijzigen. De uitkerende instantie geeft hier normaal gesproken meer informatie over, maar de werkgever kan de werknemer daarop wijzen.

Ouderschapsverlof wordt deels betaald
Ouders krijgen vanaf augustus 2022 negen van de 26 weken ouderschapsverlof deels doorbetaald. Ze moeten die negen weken wel in het eerste levensjaar van het kind opnemen. Het kabinet wil het daarmee aantrekkelijker maken voor ouders om het ouderschapsverlof echt op te nemen.
Met de nieuwe regeling kunnen ouders van het UWV een uitkering krijgen van 50 procent van hun dagloon, tot 50 procent van het maximaal dagloon.

Pensioen
De werkgever hoeft in principe geen pensioenpremie af te dragen voor de uren waarin niet wordt gewerkt. In sommige pensioenregelingen kan een regeling voor ouderschapsverlof opgenomen zijn. Het is dan ook verstandig om de pensioenregeling daarop na te slaan.

Vakantiedagen
De werknemer bouwt over de uren waarin hij ouderschapsverlof opneemt geen vakantiedagen op; hij bouwt alleen vakantiedagen op over de uren die hij werkt. Als de werkgever wel (gedeeltelijk) loon aan de werknemer uitbetaalt, dan vindt over die uren wel vakantieopbouw plaats. Uiteraard geldt vice versa ook dat over de ouderschapsverlofuren geen vakantie wordt opgenomen.

Voorbeeld
Als een werknemer normaal gesproken 40 uur werkt en 10 uur per week ouderschapsverlof heeft opgenomen, dan bouwt hij slechts over 30 uur per week vakantiedagen op. Als hij vervolgens een week op vakantie gaat, dan neemt hij ook slechts 30 uur vakantie op.

ATV-dagen
Regels omtrent ATV-dagen zijn vaak opgenomen in een toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Of ATV-dagen tijdens ouderschapsverlof worden opgebouwd, hangt daarom meestal af van regels die daarover in de cao zijn terug te vinden. Werkgever en werknemer kunnen ook samen (aanvullende) afspraken maken over ATV-dagen.

Als in de cao, arbeidsvoorwaardenregeling of arbeidsovereenkomst geen regeling staat, dan mag in principe worden aangesloten bij de regeling van vakantiedagen tijdens ouderschapsverlof. De werknemer bouwt over de uren waarin hij ouderschapsverlof geniet geen vakantiedagen op en dus ook geen ATV.

Feestdagen
Als het ouderschapsverlof op een feestdag valt, dan geldt die dag in principe gewoon als ouderschapsverlofdag. Partijen kunnen hierover wel andere afspraken maken. Ook is hierover in sommige cao’s iets geregeld.

Na het ouderschapsverlof

Na afloop van het ouderschapsverlof gaat de werknemer weer voor de volledige arbeidsduur aan het werk. Het komt echter regelmatig voor dat werknemers na afloop van hun ouderschapsverlof minder uren willen blijven werken. Zij kunnen dan een verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur doen. Ook bij dat soort verzoeken is de hoofdregel dat de werkgever daarmee moet instemmen.

Vraag je je af hoe je het regelen van ouderschapsverlof het beste aanpakt? Neem dan contact met ons op. Onze adviseurs denken graag met je mee!

naar inspiratie overzicht